Ze vraagt me om hulp na het overlijden van een familielid. Angst, onrust en spanning spelen haar parten. Kwam het door de akelige omstandigheden waarin ze deze persoon dood had aangetroffen?
Ik ontmoet een volwassen vrouw met een groot hart voor haar gezin. We spreken eerst over het familielid dat zo plotseling overleed. Over de onmacht die ze had gevoeld. Had ze iets kunnen doen om het te voorkomen? Had ze anders moeten handelen? Het gevoel geen controle te hebben gehad over wat er was gebeurd, maakt haar intens bang.
Maar al snel ontdekken we dat angst en controle al sinds haar jonge jaren bij haar horen. Ze is zeer beschermend opgevoed. Met liefde en aandacht. Maar ook met een beklemmende en beperkende ruimte tot gevolg. Ze heeft altijd geleerd op haar hoede te zijn en alert te zijn op gevaren die in het leven op de loer liggen. Net zoals haar moeder dat van háár moeder had geleerd. Controle was het toverwoord. Tijdens een opstelling vraag ik haar of ze de zwaarte van de angst terug wil geven aan haar moeder. Maar teruggeven wil ze het niet. Ze wil haar moeder er niet mee belasten. Daarvoor in de plaats legt ze de zwaarte naast zich neer. Dat lucht al op.
De zorgzaamheid van haar moeder was lang een veilige haven voor haar. Het voelde vertrouwd, dat ze er áltijd voor haar was. Immer aanwezige steun. Dat het haar soms ook benauwt, merkt ze de laatste tijd wel. Ze wil ook haar eigen plan trekken en eigen beslissingen nemen. Maar die ruimte durft ze niet te nemen. Bang voor onbegrip en boosheid van haar moeder. En dus slikt ze veel en blijft ze gevangen in de beperkte ruimte die haar gegeven wordt.
Praten met haar moeder? Dat kan niet. Ze had al eens wat halfslachtige pogingen gewaagd, maar die waren altijd gestuit op weerstand. Ze heeft de moed eigenlijk al opgegeven. Ik vraag haar of ze het gesprek met haar moeder wil voeren. Bij mij in de praktijk. Met haar moeder denkbeeldig tegenover zich. Dat wil ze wel. Als ze de volgende keer bij me komt, vertelt ze vol verbazing dat het gesprek met haar moeder werkelijk heeft plaatsgevonden. De opluchting is in haar hele lijf te zien.
En daarna gaat het snel. Ik zie haar opbloeien. Ze voelt opeens ruimte! Ruimte om stil te staan bij haar eigen behoeften en verlangens. Zelf is ze ook áltijd beschikbaar voor haar gezin. Eerst de ander, dan zij. Zo doet ze het al jaren. Maar nu wordt opeens voelbaar wat ze zélf wil. Ze wil met een vriendin op pad, ze wil vakantie nemen in plaats van doorwerken… Ze wil, ze wil!
Er is rust gekomen. In haar lijf, in haar hoofd en in haar ziel. Als haar moeder haar toch weer een beklemmend berichtje stuurt, zegt ze haar dat ze het niet wil. “Mam, belast me niet met jouw angst.” Op haar manier en in haar tempo heeft ze zich losgemaakt. Ik zie een vrouw de deur uit gaan die zin heeft in het leven. In de ruimte die voor haar ligt!